Linda Haak stuurde mij een foto toe van een kleurrijke grote vlieg. De vlieg leek op een grote wesp maar toch ook weer niet. De antennes (voelsprieten) waren korter dan de kop terwijl bij wespen deze juist langer zijn. Ook de veel voorkomende Europese Hoornaar viel om deze reden af. Ik herkende de vlieg van mijn vakanties uit Midden- en Zuid-Europa. Daar ving ik de Stadsreus, een soort zweefvlieg, vaker.
Zweefvliegen lijken veel op de stekende wespen, hommels of bijen en bootsen deze na. ‘Mimicry‘ wordt dat ook wel genoemd. Je neemt de gedaante van een gevaarlijke soort aan en doet zijn gedrag na. Predatoren denken dan dat ze met een pijnlijk stekend insect van doen hebben en laten je met rust. Het komt bij veel diersoorten voor in de natuur zoals vissen en slangen. Rood en geel, vaak gebandeerd moet je niet opeten of aanraken. Ze bijten, steken of verwonden je. Maar niets is minder waar, ze bootsen gewoon hun veel gevaarlijkere verwanten na en hopen op deze manier niet tot maaltijd verorberd te worden.
De Stadsreus (Volucella Zonaria) kwam eerder alleen in warmere streken voor maar met het opwarmen van de aarde zie je ze steeds noordelijker. Al vele jaren kun je deze soort aantreffen in parken en tuinen meestal in de buurt van bebouwing. Zo ook zag Linda deze reus in haar tuin op Piccardthof, maakte een foto en vroeg mij wat het was.
Enkele goede verschillen tussen wespen, bijen, hommels en zweefvliegen is de lengte van de antenne. Bij zweefvliegen is deze korter dan de kop. Zweefvliegen hebben één paar vleugels in tegenstelling tot de stekende insecten die hebben er vier. En uiteraard hebben ze geen angel en kunnen niet steken maar dat is lastig om te zien.
Op 15 augustus 2021 zag ik op een van de vele buddleja’s op Piccardthof ook een Stadsreus zitten en kon deze vereeuwigen.
Lex Tervelde