Eén van de eerste vlinders die je in het vroege voorjaar ziet is het Oranjetipje. De mannetjes zijn opvallend met hun deels oranje voorvleugels. Vrouwtjes zijn minder opvallend en lijken op een kleine witte vlinder. De onderkant van de vleugels zijn altijd getekend en daarmee herkenbaar wanneer ze hun vleugels dicht hebben.
De eerste vlinders verschijnen wanneer de Pinksterbloem uit de grond komt. Mannetjes vliegen heen en weer langs de Pinksterbloemen en bakenen daarmee hun territorium af in de hoop dat er een vrouwtje langs komt.
Als een vrouwtje is bevrucht dan is de Pinksterbloem heel erg belangrijk. Zij zet namelijk haar eitjes hierop af. De Pinksterbloem is samen met Look zonder Look de belangrijkste waardplant voor de voorplanting van deze vlinder. Het vrouwtje zoekt een grote plant uit, kromt haar lijf en zet vliegensvlug een eitje af op de bloemetjes. Eén eitje per plant. Wanneer het rupsje uit het eitje komt begint hij zicht vol te vreten met het blad. Wanneer de Pinksterbloem is uitgebloeid vormen de uitgebloeide bloemen vruchtdoosjes, de zogenaamde houwtjes. De rups gaat in een later stadium over om deze houwtjes op te eten.
Op de foto hierboven is de rups bezig is om de houwtjes van het Look zonder Look op te eten. De stompjes aan de stengel verraden dat er al enkele op zijn. Ook het linkse houwtje is al aangevreten maar was vermoedelijk niet zo smaakvol. Het eten aan de houwtjes gebeurt pas in juni wanneer de plant is uitgebloeid. Nadat de rups ongeveer vier keer is verveld gaat zij verpoppen, dit is het stadium tussen rups en vlinder. Als pop brengt zij de winter door aan een tak en lijkt op een stekel. De camouflage en is zo echt dat ze nauwelijks opvalt en vijanden haar over het hoofd zien.
Om het Oranjetipje zo goed mogelijk te helpen is het van belang om graslanden waar Pinksterbloem staat of in je tuin Look zonder Look deze pas na juli af te maaien of weg te halen.