Om ervoor te zorgen dat er zo veel mogelijk soorten vlinders in onze tuinen komen, is het nodig dat we niet alleen planten in onze tuinen zetten met nectar, maar ook zogenaamde waardplanten. Dit zijn de planten die vlinders nodig hebben voor hun voortplanting; ze zetten er hun eitjes op af. Als de rups uit het ei komt, kan die meteen “aanvallen” op zijn voedsel. Op de website www.vlindernet.nl kun je een uitgebreide waardplantenlijst vinden, daar staan ook veel planten bij die zeker niet misstaan in een siertuin.
Op Groentetuin Noord staat sinds 1999 een bijenstal die wordt beheerd door onze imker Jetse Dijkstra. Op het bord naast de stal kunt u lezen hoe de bijen te werk gaan. De honing die we hier uit winnen wordt verkocht en is in het seizoen te koop in het clubgebouw.
Twee keer in het jaar (in juni en september) maken we foto’s van de bijenblokjes, en de daarin wel of niet gevulde gaatjes, en sturen ze op. De Universiteit Wageningen werkt mee en beoordeelt hoeveel en van welke soort wilde bij er bij ons voorkomen. Het resultaat van het onderzoek wordt gebruikt om aandacht te geven aan het zo bij-vriendelijk mogelijk inrichten van de groene omgeving. Het resultaat zal gepubliceerd worden.
Het wilgenbosje op de Groentetuin Noord is in het voorjaar van 1997 aangelegd uit stekken van de waterwilg (Salix caprea), maar voor een knotwilg kun je eigenlijk beter de schietwilg ( Salix alba ) gebruiken.
Scheuten van 1 jaar (de wilgentenen) worden gebruikt voor het vlechten van manden en verwerkt in allerlei decoraties. Scheuten van 2 jaar (deklatten) en scheuten van 3 jaar (vlechtlatten) worden gebruikt als klimplantensteun, hekjes, tuinhagen, borderranden, schuttingen, poorten, prieëlen, wigwams etc. Als je de schuttingen laat begroeien met klimop en kamperfoelie gaan ze langer mee. Wil je geen begroeiing dan kun je de schutting van wilgentenen ook insmeren met lijnzaadolie – een natuurproduct dat niet schadelijk is voor het milieu.
Onze eerste paddenpoel aan de Jasmijnlaan hebben wij aangelegd om de komst en verspreiding van amfibieën te stimuleren. In een paar jaar tijd heeft zich hier een zeer gevarieerde vegetatie ontwikkeld. Gedreven door het succes van deze paddenpoel hebben we daarna de hand gelegd aan een nieuwe tweede paddenpoel op de Groentetuin Noord.
Het beheer bestaat voornamelijk uit het verwijderen van boomopslag en het terugdringen van al te opdringerige planten. Het maaibeleid hier: jaarlijks in de tweede helft van februari, zodat de vogels kunnen profiteren van de zaden van de planten. De plas wordt eens per 5 jaar uitgebaggerd om verlanding van de plas tegen te gaan.
Op Groentetuin Noord vind je de hoogstamfruitbomen. Vroeger hadden de boomgaarden in het boerenlandschap een brede functie. Niet alleen het fruit was belangrijk, maar het deed ook dienst als schuilplaats voor kalfjes en lammetjes. Hoogstamfruitbomen verdwijnen rap uit ons landschap. De snoei en de pluk zijn te arbeidsintensief en dus te duur. Jammer, want bij het zien van hoogstamboomgaarden heeft een ieder zo zijn eigen herinneringen. Met het planten van deze fruitbomen willen we niet alleen de hoogstam, maar ook de eigenschappen garanderen van bepaalde rassen die met uitsterven worden bedreigd. Tegenwoordig is er weer belangstelling voor regionale rassen waardoor de diversiteit weer toeneemt. Bij ons op Piccardthof dragen we daar een steentje aan bij.
De bomen staan bij ons op veengrond. In veel gevallen is dat niet ideaal temeer daar de grondwaterstand behoorlijk hoog staat. Gelukkig zijn er bepaalde oude rassen die dat aan kunnen en we hebben de bomen ook op kleine heuveltjes geplant zodat de wortels niet de hele tijd in het water staan.
Op de meest zuidwestelijke punt van Piccardthof, op de hoek van de Malus-Hortensialaan, ligt sinds 2001 de bloementuin. Hier hebben we een natuurlijke overgang tussen gras en water geschapen. Het is een plek waar oeverplanten zich kunnen vestigen en amfibieën zich thuis voelen. Maar we zorgen ook voor verschraling om bijzondere bloemen een kans te geven. Met selectief wieden (distel, brandnetel en paardebloem) en actief bijzaaien (akelei bijvoorbeeld) brengen vrijwilligers de vegetatie dichter bij het nagestreefde ideaal. Inmiddels telt de tuin negen orchideeën.
Ten zuiden van Piccardthof ligt de Piccardthofplas te midden van een natuurgebied van 39 hectare. In de vorige eeuw was het slechts een klein plasje, het kreeg zijn huidige omvang door de winning van zand voor aanleg van de A7. De ontstane plas werd naar het tuincomplex genoemd. De plas is ongeveer 30 meter diep en heeft een zoute kwel, waardoor hij moeilijk dichtvriest.
In de plas leven onder meer: rivierdonderpad, Amerikaanse rivierkreeft en de kleine modderkruiper. In de moerasachtige oeverzones leven pad, groene kikker, kleine watersalamander en ringslang.
’s Zomers broeden er de ijsvogel, havik, rietzanger en wielewaal. In de winter tref je er veel overwinterende eenden zoals smienten, kuifeenden en tafeleenden.
De Piccardthofplas is in beheer bij de Vereniging Natuurmonumenten. Het is verboden om te vissen op de plas.
Rond 2011 is Het Fruithofje, in het kader van het project “de Eetbare Stad” aangeplant. Er staan bekende fruitsoorten zoals rode bessen en aardbeien, maar ook onbekende, zoals gojibes of suikeresdoorn. In de informatiezuilen hangt een lijst met de aanwezige planten. Iedereen, zowel bewoners als passanten, mogen gebruik maken van het fruit.
Het doel van dit project van de gemeente Groningen en de Natuur & Milieu Federatie was om meer eetbare bomen, struiken en planten in de stad te krijgen en om zowel volwassenen als kinderen weer meer in contact brengen met de natuur. Een doel dat uitstekend past bij ATV Piccardthof.
Wat gaan we doen op een werkochtend?
Alle fruitboompjes, struikjes en planten vrij maken van onkruid, maar wel bedekken met mulch omdat anders de oppervlakkige wortels uitdrogen. Stro of afgeknipte plantendelen leggen tussen de aardbeien planten, zodat de aardbeien minder snel rotten. Lekker plukken als er aardbeien rijp zijn (of ander fruit). Eventueel bessenstruiken beschermen tegen vogelvraat.